- Nederlandse huishoudens krijgen dit jaar te maken met fors hogere tarieven voor de waterschapslasten.
- Inmiddels wordt 80 procent van de waterschapsbelasting opgebracht door huiseigenaren, blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis.
- Dit komt doordat de WOZ-waarde van woningen veel harder is gestegen dan die van bedrijfspanden.
- Lees ook: Waterschapsbelasting in 2024 gemiddeld €50 hoger voor gezin met eigen huis
Nederlandse huishoudens brengen een steeds groter deel van de waterschapsbelasting op, wat vooral komt door de stijging van de WOZ-waarde van woningen. Inmiddels komt ruim 80 procent van de opbrengst van de waterschapslasten van huiseigenaren.
Dat meldt Vereniging Eigen Huis (VEH), die oproept tot een eerlijkere verdeling tussen burgers en bedrijven.
In de tabel hieronder vind je de tarieven per waterschap voor huishoudens in 2024 en het verschil met 2023:
In De Dommel in Noord-Brabant is de doorsnee huiseigenaar dit jaar 311 euro euro kwijt, in de noordelijke waterschappen Fryslân en Noorderzijlvest gaat het om respectievelijk 571 en 562 euro.
De gemiddelde stijging van de waterschapslasten ligt voor dit jaar op 11 procent bij huishoudens. Per waterschap loopt dit fors uiteen met een stijging van 3,3 procent in Aa en Maas en een plus van ruim 36 procent in Amstel, Gooi en Vecht.
Weet je niet wat jouw waterschap is, dan kun je dat hier opzoeken door je postcode in te tikken. De onderstaande kaart geeft alvast een beeld.
De lasten voor bedrijven, zoals agrariërs, zijn in 2024 veel minder hard gestegen. Het gaat voor dit jaar gemiddeld om een plus van 3,6 procent vergeleken met 2023, aldus de VEH.
Wetsvoorstel voor verschillende tarieven waterschapslasten voor huishoudens en bedrijven
De belangenvereniging voor huiseigenaren wil dat de waterschapslasten evenwichtiger worden verdeeld tussen woningen en bedrijven en roept de Tweede Kamer op om in te stemmen met een wetsvoorstel voor verschillende tarieven.
In maart stemt de Tweede Kamer over een wetsvoorstel voor herziening van de waterschapsbelasting, onder meer over de mogelijkheid om verschillende tarieven te gebruiken voor eigenaren van woningen en eigenaren van niet-woningen.